Drie vragen over… de transitie

Deel dit bericht:

Ken je dat? Van die vragen die vaak niet gesteld worden, maar waar je wel het antwoord op wilt hebben. Aafje legt ze wél voor. In de rubriek ‘Drie vragen over …’ schuwen we de moeilijke onderwerpen niet, en stellen we iemand binnen Aafje drie kritische vragen over uiteenlopende onderwerpen. Onze bestuursvoorzitter Guy Buck trapt af. Dit keer hebben we het over technologie, bezuinigen en personeelstekort.

Vraag 1. Technologie speelt een steeds grotere rol in de zorg. Hoe balanceert Aafje tussen de inzet van technologie en de menselijke touch?

“Ik snap dat gedacht kan worden dat ‘koude’ technologie en de ‘warme’ menselijke touch niet samengaan. Maar bij Aafje vullen ze elkaar juist aan: door digitalisering hebben we meer oog en tijd voor de mens. Ooit hadden we bijvoorbeeld geen elektronisch cliëntendossier. Alles deden we met de hand. Dat kun je je toch niet meer voorstellen, hoeveel tijd dat kostte? Toen was het een spannende overgang, nu is het heel normaal en kunnen we niet meer zonder. En dat zie je steeds meer: het koude van technologie ondersteunt de warmte van het echte leven. 

Maar dat betekent niet dat we digitaliseren om het digitaliseren. We voeren technologie in die onze medewerkers helpt, zoals bijvoorbeeld speech-to-text. Voor ons is het belangrijk dat het werkdrukverlagend is en het werken makkelijker maakt. Niet onnodig ingewikkelder. En of dat zo is, bepalen we niet zelf als bestuur of management. Nieuwe tools testen we eerst in een pilot, met collega’s die ermee werken in de praktijk. Werkt het niet, dan stoppen we ermee. Want de zorg is en blijft mensenwerk. Digitalisering draagt daaraan bij. 

“Bij Aafje vullen technologie en mensenwerk elkaar aan.”

Vraag 2. Is de transitie eigenlijk niet gewoon een bezuinigingsronde? 

“Nee. Toen we de transitie twee jaar geleden begonnen, had dat geen financiële reden. We deden het om de zorgkloof te verkleinen. Nu we inmiddels wel hebben moeten bezuinigen, kijken we hoe we die twee zaken elkaar kunnen versterken. Hoe we op zo’n manier kunnen bezuinigen, dat we óók de best mogelijke zorg blijven bieden in een krappe arbeidsmarkt. Langs de lijnen: zelf, tenzij …, zoals thuis, tenzij … en digitaal, tenzij … . Een voorbeeld: we willen dat mensen langer thuis kunnen blijven, dus onze behandelaren gaan meer intra- en extramuraal werken: 5% meer van hun tijd in de wijken. En dat is gelukt. Bravo!

En als we moeten bezuinigen, doen we dat altijd in overleg en zoeken we naar de menselijke maat. Daarbij zetten we telkens de medewerker op 1, hoe moeilijk dat soms ook is. Ik ben heel benieuwd of dat ook gelukt is de afgelopen tijd. Om dat op te halen bij de collega’s, gaan we nu ook vaker een kort medewerkerstevredenheidsonderzoek houden en gaan we aan de hand daarvan in gesprek over werkgeluk.

Inmiddels hebben we alle nodige bezuinigingen gehaald. Daar mogen we enorm trots op zijn met z’n allen! We hebben een zeer stabiele financiële basis, van waaruit we verder kunnen bouwen. Dat samen met een stabiele organisatiestructuur én vooral met onze cultuur, drive, mentaliteit en kernwaarden. Dat alles is de kracht van Aafje. Is alles perfect? Nee, maar we mogen echt trots zijn op wat we bereikt hebben en elke dag weer toevoegen aan het leven van onze cliënten. Ik ben dan ook al jaren verliefd op Aafje!”

Vraag 3. De vergrijzing leidt tot een tekort aan zorgpersoneel.
Hoe blijft Aafje aantrekkelijk als werkgever voor nieuwe generaties zorgprofessionals?

“We zetten de medewerker op 1. Altijd, ook in moeilijke tijden. We hebben bijvoorbeeld Aafje voor jou, Jong Aafje, een medewerkersfeest, een bonus voor iedereen, ruimte voor opleidings- en ontwikkelmogelijkheden en hele goede secundaire arbeidsvoorwaarden. We onderscheiden ons door ruimte te geven aan dingen die ertoe doen – voor onze medewerkers, vrijwilligers en cliënten . Die menselijke maat die ik hierboven noemde, komt terug: in onze zorg voor ouderen en in onze zorg voor elkaar. Ik hoor dat ook van nieuwe collega’s die van andere organisaties naar ons komen. Aafje is daar echt bijzonder in.”

Heb je dit gelezen, en blijf je zitten met een prangende vraag? Stel ‘m aan Guy: e-mail naar en zet in de onderwerpregel: ‘Drie vragen over de transitie’.