Drie vragen over… duurzaamheid

Deel dit bericht:

Ken je dat? Van die vragen die vaak niet gesteld worden, maar waar je wel het antwoord op wilt hebben. Aafje legt ze wél voor. In de rubriek ‘Drie vragen over …’ stellen we een collega drie kritische vragen over een specifiek onderwerp. Dit keer is interim-bestuurder Arnoud Weermeijer aan het woord over duurzaamheid bij Aafje. Een thema dat steeds belangrijker wordt in de zorg, maar af en toe ook vragen oproept.

Vraag 1. Wij moeten ons afval scheiden, terwijl veel (zorg)materialen nog verpakt zijn in wegwerpplastic. Waarom pakken we dat grote probleem niet eerst aan?

“Ik zeg altijd: je moet het één doen en het ander niet laten. Afval scheiden lijkt misschien iets kleins, maar dat is het niet. Door het goed te doen, voorkom je dat alles bij elkaar komt en verbrand moet worden op één grote hoop. Scheiden levert juist een grote bijdrage aan duurzaamheid, omdat de afvalstromen dan opnieuw gebruikt kunnen worden.

Tegelijkertijd moeten we natuurlijk ook naar die wegwerpverpakkingen kijken. Dat hoort bij duurzaam inkopen: letten op verpakkingen en leveranciers vragen om hun producten zo duurzaam mogelijk aan te leveren. Je kunt het niet helemaal voorkomen, want in de zorg werken we nu eenmaal met steriele materialen. Die móéten verpakt zijn. Maar je kunt er wel voor zorgen dat het zo herbruikbaar mogelijk is. Leveranciers merken ook dat dit belangrijk wordt. Wij stellen die eisen, en dat heeft effect.”

Vraag 2. Waarom moeten wij letten op kleine dingen, als een aantal van onze gebouwen oud zijn en veel energie verspillen?

“Ook hier geldt: het is én-én. We investeren bij Aafje volop in de verduurzaming van gebouwen. Er zijn ook al veel nieuwe, duurzame panden opgeleverd en er komen er nog meer. Bij oudere locaties kijken we wat we kunnen verbeteren, bijvoorbeeld door zonnepanelen te plaatsen en het energieverbruik te verminderen.

Ook hier zijn die kleine dingen belangrijk. Zoals het licht uitdoen in kamers waar je niet bent. Met zoveel mensen in een organisatie, haal je daar al winst uit. Het totale resultaat bereik je alleen als iedereen een steentje bijdraagt. Het klopt dat de één daar fanatieker in is dan de ander. Maar we blijven constant aandacht vragen en bewustwording stimuleren.”

Vraag 3. Er komen ‘green teams’ van collega’s. Krijgen deze ook echt de tijd én het geld om iets te veranderen? En mogen ze bijvoorbeeld nieuwe, groene ideeën uitproberen; ook als ze misschien mislukken?

“Green teams zijn hartstikke goed, omdat collega’s op de werkvloer zelf zien wat er beter kan. Ze richten zich vaak op één onderwerp, zoals materiaalgebruik of afvalvermindering. Dat werkt het beste, want het sluit aan bij de dagelijkse praktijk. 

Het hoeft ook niet veel tijd te kosten: een uurtje per week kan al genoeg zijn. Belangrijk is dat er ruimte is om iets te doen en die proberen we te bieden. Goede ideeën kunnen altijd worden getest als pilot. Werkt het? Dan rollen we het verder uit. Dus ja, er is absoluut ruimte voor nieuwe ideeën. Zeker als ze ook nog eens financieel gunstig zijn. En dat is vaak een bijkomend voordeel van duurzame plannen.

Ook heeft Aafje de Green Deal Zorg ondertekend en gaan we werken met de Milieuthermometer Zorg. Zo meten we hoe duurzaam we echt zijn. Volgend jaar hopen we voor een aantal locaties brons te behalen, om daarna voor zilver en goud te gaan. Het zou mooi zijn als we over vijf jaar op de meeste plekken goud scoren. En dat duurzaam werken vanzelfsprekend is.”


Heb je dit gelezen, en blijf je zitten met een prangende vraag? Stel ‘m aan Arnoud: e-mail naar en zet in de onderwerpregel: ‘Drie vragen over duurzaamheid’.