Drie vragen over… AI in de zorg

Deel dit bericht:

Ken je dat? Van die vragen die vaak niet gesteld worden, maar waar je wél het antwoord op wilt hebben. Aafje stelt ze. In de rubriek ‘Drie vragen over …’ leggen we een collega drie kritische vragen voor over een specifiek onderwerp. Deze keer praten we met directeur bedrijfsvoering Yoanette den Boer over het inzetten van AI in de zorg: een actueel thema dat kansen biedt, maar soms ook twijfels oproept.

Vraag 1. Er loopt een pilot met AI voor het vaststellen van de zorgindicatie. Stel, ik volg het advies op, maar dat blijkt achteraf een verkeerde inschatting te zijn waardoor een cliënt zorg misloopt. Wiens verantwoordelijkheid is dat dan?

“Allereerst: een AI-model stelt niet de zorgindicatie ‘vast’ maar ‘voor’. Het model moet steeds opnieuw getraind worden om beter te worden. En het is nooit perfect. Het kan fouten maken, net als een mens. AI bepaalt dan ook niets. Wat het wél doet, is zorgprofessionals ondersteunen. Het systeem werkt met data uit het verleden, zoals eerder vastgestelde zorgprofielen van cliënten. Op basis daarvan doet het een voorspelling.

Als het AI-model bijvoorbeeld aangeeft dat een cliënt op basis van de data in het zorgzwaartepakket 7 valt, is dat een advies. Maar uiteindelijk beslist de zorgprofessional. Jij kijkt naar het voorstel en maakt een afweging.
Dat noemen we ‘human in the loop’: de mens blijft eindverantwoordelijk. Wat AI kan, is helpen om net wat meer afstand te nemen van een cliënt en op basis van data objectief te adviseren over een mogelijke herindicatie.”

Vraag 2. AI gaat ons tijd opleveren. Maar wat gebeurt er met die bespaarde tijd? Krijg ik er dan andere taken bij? Of betekent dit op termijn dat er collega’s weg moeten omdat de computer hun werk overneemt?

“Ik zie het anders. AI moet het werk juist leuker en beter maken. Plus: AI kan helpen om in de toekomst de zorgkloof tussen het aantal cliënten en zorgprofessionals iets te dichten. Door slimme toepassingen kunnen we tijd besparen. Zoals spraakgestuurde rapportages of avatars die straks eenvoudige vragen van cliënten kunnen beantwoorden. Dat betekent niet dat zorgprofessionals overbodig worden, maar wel dat ze minder tijd kwijt zijn aan randzaken of administratieve lasten.

Ik zie ook mogelijkheden voor een betere werk-privébalans. Omdat AI kan ondersteunen bij roosters en communicatie. Als jij je kind ineens moet ophalen van de opvang, kan een AI-assistent in de toekomst misschien automatisch een vervanger zoeken. Dat soort toepassingen gaan ons écht helpen. Daar geloof ik zeker in. En dan heb je ook nog robotica: fysieke ondersteuning bij zwaar werk, zoals tillen en verplaatsen. Uiteindelijk is AI een soort uitbreiding van je capaciteit en zorgt het ervoor dat we toekomen aan de echt belangrijke dingen.”

“Uiteindelijk is AI een soort uitbreiding van je capaciteit en zorgt het ervoor dat we toekomen aan de echt belangrijke dingen.”

Vraag 3. Als ik straks bij een cliënt kom en AI gebruik om de zorg te bepalen, moet ik dit dan aan diegene vertellen? En wat moet ik doen als een cliënt of diens familie aangeven dat ze willen dat ik dat doe en niet de computer?

“Ja, transparantie is verplicht. De Europese AI Act schrijft voor dat je altijd moet kunnen uitleggen hoe een AI-model werkt, en dat cliënten weten dat er technologie wordt ingezet. Dus als we AI gebruiken bij een indicatie of bij het maken van een verslag, dan moeten we dat benoemen. Bovendien geldt: als een cliënt of familielid bezwaar maakt, dan respecteren we dat. AI is een hulpmiddel, geen vervanging van menselijke zorg. Dus alles moet bespreekbaar blijven.


Maar niet alleen cliënten moeten we goed informeren, ook collega’s. Daarom bieden we de AI-training aan. En ja, we verwachten dat iedereen die volgt. Ook als je denkt: ‘dit is niets voor mij’. Het is net als vroeger met de digitalisering: we kunnen er niet meer omheen. Niet alleen in het werk, maar ook privé.”


Heb je dit gelezen, en blijf je zitten met een prangende vraag? Stel ‘m aan Yoanette: e-mail naar en zet in de onderwerpregel: ‘Drie vragen over AI’.